donderdag 16 december 2010

OF/OF en/of EN/EN


Tijdens een training afgelopen week wilden de vrouwelijke deelnemers oefenen op welke manier zij assertiever konden optreden naar hun leidinggevende/teamleider. Bij het terugkoppelen van de MT-vergadering kon hij in hun ogen wat nonchalant, geïrriteerd en denigrerend zijn. Zij voelden zich al sinds lange tijd niet serieus genomen en stonden in het contact met hem steeds op scherp. Hun vraag was nu: Hoe zijn we bijdehand genoeg, laten we niet over ons lopen, zorgen we dat we serieus genomen worden?

Er was gelegenheid om te oefenen met een acteur die de rol van teamleider speelde. Bij evaluatie bleek dat hun gedrag weergegeven kon worden in een aantal begrippen: ik-jij, wij-jij en OF/OF. Op een gegeven moment reageerde iemand op een andere manier op de teamleider. Zij gaf aan dat de teamleider bij haar geïrriteerd overkwam en vroeg of dat misschien te maken had met een gevoel van alleen-staan als MT-lid. Bij een bevestiging van de teamleider ging zij door en vroeg of ik (wij) dan meer voor jou kunnen betekenen?
In korte tijd veranderde er veel. De teamleider kon opgelucht ademhalen en de medewerkers konden meer ontspannen. Wat een mooi moment van inzicht!

Dit is iets wat me voortdurend bezighoudt: Hoe komen we van:
  • verwijten naar verlangens
  • negatief naar positief
  • verdedigend naar opbouwend
  • wat NIET naar wat WEL
  • verleden naar toekomst

Ik merk dat we de neiging hebben om te denken in OF/OF, winnen of verliezen. Daarbij constateer ik vaak veel verwarring die onder andere te maken heeft met het feit we reageren op de inhoud van de boodschappen zonder de beleving die ermee gepaard gaat daarbij te betrekken. Het is heel gebruikelijk dat dezelfde situatie door mensen heel verschillend beleefd wordt. Dan zijn er enerzijds de feiten (situaties) EN er zijn verschillende belevingen van diezelfde situatie. Enerzijds vind ik iets, anderzijds vind die ander iets. Het is dus EN/EN. Ik heb belangen, behoeften en wensen EN de ander heeft belangen, behoeften en wensen.

Wat ik probeer is om in onze verschillen AANVULLEND te zijn en te zoeken naar overeenkomsten. We kunnen beide kanten benoemen en op tafel leggen en de ander uitnodigen te helpen hoe WE hier SAMEN uit kunnen komen.

  • EN ik baal ervan dat jij je niet aan onze afspraken houd, EN ik wil samen met je verder; hoe lossen we dat op?
  • EN ik wil graag dat je me uit laat praten, EN ik begrijp van jou dat je mij te langdradig vindt en de lijn kwijtraakt; hoe gaan we dat veranderen?
  • EN ik begrijp dat jij het toneelstuk helemaal niks vond, EN ik er enorm van genoten heb; dat kan!

Een Kersttijd van vrede gewenst,

Anneke den Hertog.

woensdag 10 november 2010

In de politiek kiest men partij, in de kerk niet... toch ?

We leven in een democratisch land met een meerpartijen-stelsel. Dat betekent dat minstens 3 partijen aan de verkiezingen meedoen en er mogelijk meer dan één partij de macht kunnen delen. Ik kan daar als burger invloed op uitoefenen door te kiezen, te stemmen, op die partij wiens gedachtegoed het dichts bij dat van mij ligt. Ik kan ook nog eens partij kiezen door er lid van te worden. Daarmee ondersteun ik dit gedachtengoed ook nog op een andere wijze.

So far, so good zou je zeggen. Helder, duidelijk en overzichtelijk. Nu weet ik wel, binnen de partij wordt door individuen over bepaalde zaken soms anders gedacht en dat moet kunnen. En zolang uitvoering wordt gegeven aan het partijprogram is er niets aan de hand. Het wordt anders als er rondom verschillende thema's groepen gaan ontstaan die zich binnen de partij (en daar buiten) laten horen. Zeker als zij op die manier de eigen partij van koers wil laten veranderen of zelfs daartoe dwingen. Er zijn meer partijen die hier mee te kampen hebben en het CDA is de laatste tijd hiermee fors in het nieuws geweest. Ik ken de 'ins & outs' niet maar wat ik als buitenstaander vaststel, is dat er macht wordt uitgeoefend door leden uit de fractie, door beroep te doen op de leden die het met hen eens is. Een partij binnen een partij. Dat heeft de kabinetsformatie en de integriteit van de partij geen goed gedaan. Als ik lid was, zou ik me op z'n zachts gezegd bedonderd voelen. Maar ook voor mij als buitenstaander verdienen ze de schoonheidsprijs niet !

Gelukkig gebeurt dat binnen kerken en christelijke organisaties niet. Daar wordt vastgehouden aan het doel van de kerk of organisatie hetgeen uiteindelijk heeft te maken met het er 'zijn tot eer en glorie van onze God', toch ?

Ik loop met deze gedachte al een tijd rond en met schaamrood op mijn kaken moet ik bekennen en belijden dat dit lang niet altijd het geval is. Hoe meer ik lees, hoor en meemaak, probeer ik te snappen wat er in veel (te veel) kerken en gemeenten aan de hand is. Gemeentes die groeien en bloeien krijgen te maken met 'dissidenten', leiders die zich niet langer kunnen handhaven of leden (of medewerkers) die de gemeente verlaten. Nu liggen hier veel oorzaken aan ten grondslag maar ik wil er hier één aanstippen: PARTIJSCHAPPEN.

Als je wat verder inzoomt op probleemsituaties in kerken en organisaties dan valt mij op dat veel van de verwijdering klein begint, namelijk bij een probleem tussen twee á drie personen. Dat er meningsverschillen, 'ruzies' en conflicten zijn is niet zo raar. We zijn nu eenmaal mensen die soms de vaardigheden missen om met deze situaties om te gaan. Het is vaak een opeenhoping van pijn, verdriet of emoties. De bekende druppel is het startsein voor een heus conflict. Ook in dit stadium is het nog goed mogelijk om er met elkaar uit te komen. Wat mij hierin opvalt is de bepalende invloed van omstanders...

Diegene die zich verongelijkt voelt of zich niet in staand beleid kan vinden zoekt vaak een klankbord. Heb ik het bij het rechte eind ? Klopt het dat ik me zo voel ? Ben ik nu gek of is de rest gek ? Zolang dat klankbord buiten de gemeenschap (dus bij mensen die geen belang hebben) wordt gezocht is dat gezond en zeer aan te bevelen. Zeker als de buitenstaander objectief kan zijn en blijven. Het wordt anders als deze steun gezocht wordt bij insiders, vrienden, familie of mensen die mogelijk de zelfde zorgen of eigen belangen hebben. Voor dat je het doorhebt ontstaat er een groep. Een groep van gelijk gestemden, een groep vóór of een groep tegen... een PARTIJ. Vanaf dat moment bevinden we ons in de gevaren zone. RED LIGHT zou ik zeggen. Deze zone is te herkennen aan allerlei verschijnselen:

Het eerste verschijnsel is dat een klankbord vaak niet objectief is of kan blijven. Je krijgt al snel vooronderstellingen, vooroordelen en roddel. Het lucht even op maar is wel het begin van ongezonde situatie.

Als er een dergelijke groep ontstaat wordt er ook een andere groep verondersteld. Dat zijn die mensen die 'het' niet begrijpen, die anders denken en die geen medeleven lijken te tonen. Ondanks dat deze groep, geen groep wil zijn, wordt het er wel één, nl. de ANDERE PARTIJ. Deze groep zal in het in het zoeken naar wat er aan de hand is ook al snel spreken van 'wij en zij'. En zo gaat ook de 'andere partij' meteen mank.

Het volgende verschijnsel is mogelijk de meest destructieve... er wordt meer over elkaar dan met elkaar gesproken. En als er al met elkaar wordt gesproken, gebeurt dat vaak in een emotionele setting, formele setting of soms een juridische setting (overdrijf ik ???, helaas niet).

Regelmatig ge(mis)bruikt diegene die in de problemen zit, de groep om zich heen om macht uit te oefenen op de andere partij. Dat is vaak niet bewust maar daarom niet minder destructief.

Een (relatieve) buitenstaander die onderdeel uitmaakt van één van de partijen, kan moeilijk zelfstandig een oordeel vormen en zal zich binnen die groep daarover veelal niet uiten. Dat leidt tot polarisatie en 'group think'. De groep vóór is steeds meer vóór en de groep tegen steeds meer tegen. Elke poging om de nuance aan te brengen wordt moeilijker.

Wat mij het meest verbaast is het gemak waarmee we onze idealen en gemeenschappelijk ideeën over boord lijken te kunnen gooien ondanks het feit dat we we niet ver daarvoor met visie en veel passie samen bezig waren het doel van de kerk of organisatie te verwezenlijken.

Er zijn nog vele verschijnselen te noemen, maar dat hoeft niet om mijn punt in deze blog te maken. En voor dat ik dit punt uitschrijf begin ik bij mezelf. Ook ik heb me schuldige gemaakt aan de dynamiek die leid tot partijschappen en heb daar oprecht spijt van. Het heeft mij door de jaren heen bewust gemaakt van de verantwoordelijkheid die ik heb als ik met iets of iemand niet (voldoende) uit de voeten kan. Het is mijn eigen keuze om daar mensen bij te betrekken en ik kies zelf de wijze waarop dat plaats vindt. Het heeft me leren zien wat er gebeurt als ik als relatieve buitenstaander mee ga in een conflict en partij kies.

Ben je in conflict met iemand ? kies de dialoog met diegene zelf en niet mede ander !
Ben je buitenstaander ? kies geen partij, maar kies voor eenheid !
Zie je partijschappen ? kies geen partij maar help mensen te begrijpen hoe destructief partijschappen zijn !

In Gods Koninkrijk kennen we geen meerpartijenstelsel, laten we dat zo houden !

vrijdag 5 november 2010

My thing is hope


“Tutu was niet de enige kerkelijk leider die zich verzette tegen de apartheid. Wat hem anders maakte, was zijn bovenmenselijke vertrouwen. Dat vertrouwen geeft hem de onafhankelijkheid om onrecht te bestrijden – waar hij het ook tegenkomt, eerst onder de Apartheid, maar ook onder de heersers die daarna kwamen: in Birma, Gaza, Soedan en Tibet; of onder de conservatieven in zijn eigen kerk.”

Zo beschrijft TIME in een groot artikel één van de ontwerpers van het verzoeningsproces in Zuid Afrika. Toen Joris Luijendijk de bisschop, aan het einde van een prachtig televisiegesprek toevoegde : “You’re so positive, so optimistic” schudde Tutu energiek zijn hoofd: “O no sir, I am not an optimist. My thing is hope.”

Verzoeningsprocessen hebben niet alleen trainers en procesbewakers nodig, maar ook hoopvolle mensen en visionaire profeten. Tijdens de zwartste dagen van de apartheid, in 1976, leidde Tutu de begrafenis van Steve Biko, een vermoorde activist. Hij stond er tegenover 15000 mensen toen hij sprak: “De machten van onrecht, onderdrukking en uitbuiting hebben hun hand overspeeld, en ze hebben verloren…… Ze hebben verloren omdat ze immoreel en verkeerd zijn, en onze God is een God van bevrijding, van recht en van goedheid. Onze zaak zal zegevieren omdat hij moreel en goed en rechtvaardig is. “

Gevraagd naar de belangrijkste les uit zijn leven, zeg Desmond Tutu: “Het weefsel van het heelal is zodanig dat er geen twijfel aan kan bestaan dat goedheid en vreugde en recht zullen overwinnen.” Lachend neemt hij afscheid van zijn interviewers: “Er is geen twijfel aan dat de bedrijvers van onrecht en onderdrukking die nu vol belangrijkheid en eigenwaan het hoofdpodium opeisen met een gevoel van onoverwinnelijkheid….. dat zij in het stof zullen bijten.” De gedachte maakt hem opgetogen: “Ha-ha-ha-ha-ha!” buldert hij “Wonderful! Wonderful! Wonderful!.” (Met dank aan Time Magazine)

Arnold van Heusden (5 november 2010)

vrijdag 15 oktober 2010

De christen als buffer

Ik ontmoet de vrouw die dag voor het eerst van mijn leven. Klein, bijna breekbaar, op leeftijd en kennelijk in goeden doen. En ook: alert, en zo scherp dat je het best fel mag noemen. Zomaar ergens in een grote Aziatische stad heeft ze geen moeite te zien dat ik blank ben en dus westerling en dus toerist en kapitalist. En al die woorden spreekt ze uit alsof ze vloekt. Ik kan wel tegen een stootje, maar ben verrast. Ik ben op bezoek bij een goede vriend en toen ik binnenkwam bleek zij er al te zijn, maar we kenden elkaar niet. In het gesprek dat zich tussen mijn gastheer en de vrouw ontspint is hij hoffelijk en vriendelijke tegen haar, er wordt thee geserveerd en het onderwerp van het gesprek wordt wat verbreed.

Als ze afscheid heeft genomen vertelt Ajith dat ik zojuist kennis heb gemaakt met een dame die hersenletsel heeft overgehouden aan een dodelijk verkeersongeluk waarin haar man is omgekomen. Diplomate, vertegenwoordiger van haar land. Een vrouw met een fel gevoel voor rechtvaardigheid, die onlangs christen is geworden. Dat heeft haar sociale bewogenheid en het vermogen om woedend te worden als ze ziet dat mensen ongelijk behandeld worden alleen maar doen toenemen. Ajith lacht: “Door dat hersenletsel is ze behoorlijk ongeremd geworden en vaak kan een kleinigheid in de kerk tot een geweldige explosie leiden. Mijn vrouw en ik hebben haar geholpen om te oefenen om als er zo’n incident plaatsvindt, aan ons te denken en meteen naar ons toe te komen.” Met de wijze waarop ze mij begroet heeft nog vers in het geheugen zeg ik zoiets als: “You’ve got your work cut out, nice job!” En hij blijft ernstig: “Dat is volgens mij één van de dingen die Paulus bedoelt als hij spreekt over “de bediening van de verzoening”. Als christen is het mijn rol om een buffer te zijn tussen deze lieve zuster en een wereld die ze in haar eentje niet kan hanteren.”

Arnold van Heusden (15 oktober 2010)

vrijdag 8 oktober 2010

Vriendschap


The friendship is not a reward for our discrimination and good taste in finding one another out. It is the instrument by which God reveals to each the beauties of all the other.
Deze gedachte van C.S. Lewis is zeer aansprekend. Vriendschap is een gave, die je geschonken wordt. In deze tijd, waarin we zo de neiging hebben om alles in ons leven zodanig te organiseren dat ons belang optimaal gediend wordt, komt er zomaar vanuit een onbekende hoek iemand op je af die vriendschap biedt. Het 'gewone' leven wordt als het ware ontregeld. We hadden het niet kunnen bedenken en het is er ineens. Koesteren, zo'n vriendschap.

dinsdag 21 september 2010

Destructieve krachten


In gezinnen, organisaties en kerken horen we heel vaak de verzuchting: ik snap werkelijk niet waarom we zo met elkaar moeten omgaan. De negativiteit die ervaren wordt is niet verklaarbaar. We kunnen niet begrijpen wat de reden is waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen. In Oorlog & Vrede behandelt Tolstoj deze vraag vanuit de geschiedenis van de veldtocht van Napoleon tegen Rusland in 1812, waarbij hij tot Moskou doordringt. Gaan de Fransen de ene dag vriendschappelijk om met hun Russische krijgsgevangen, de volgende dag zijn ze bruut en beestachtig, zodra ze in de rol van soldaat moeten functioneren. Tolstoj's analyse suggereert, dat we onderdeel zijn van kosmische krachten, dat we werktuigen zijn in de strijd tussen goed en kwaad. Hij schrijft: (Pierre), herkende de geheimzinnige en hardvochtige kracht die mensen er tegen hun zin toe brengt, hun medemens te doden. Blijkbaar schuilen er twee zielen in ons. Tolstoj suggereert, dat we moeten accepteren dat er kwaad is en van daaruit handelen. De vraag aan het begin van dit stukje suggereert een weigering om het kwade te accepteren. Verder suggereert die vraag, dat je verheven bent boven het kwaad in die situatie, omdat je de waarom-vraag stelt. De enige oplossing voor verandering is dus om het kwaad te accepteren, ook in jezelf. Pas dan is er vernieuwing mogelijk.