maandag 29 augustus 2016

Het gras bij de ander…


Ik ben een groot fan van de essays van Willem Jan Otten. Prachtig geschreven met een rijke inhoud.  Een schitterende bundel is ‘Waarom komt U ons hinderen’, een 14-tal essays over schrijvers, theologen en filmmakers die voor hem van groot belang zijn geweest in zijn geestelijke ontwikkeling. Eén van de mooiste is die over René Girard.

Girard was een Frans-Amerikaans antropoloog en filosoof. Hij heeft één begrip voortdurend aandacht gegeven in als zijn boeken, dat van het nagebootste verlangen, of zoals hij het noemt, de mimesis. We verlangen naar iets, niet omdat we het zelf bedacht hebben, maar omdat iemand deze gedachte onbewust in ons geplant heeft, doordat de ander zijn verlangen naar iets heeft uitgesproken. Misschien was het ons niet eerder opgevallen, maar door de opmerking van de ander wordt er iets in ons wakker gemaakt. Je had niet gemerkt dat je iets miste, maar door de ander die het wel heeft, merk je ineens dat je hetzelfde ook heel hard nodig hebt.

In de loop van de tijd kreeg Girard steeds meer oog voor het gewelddadige karakter van de mens. Omdat  meerdere personen hetzelfde begeren, ontstaat er spanning. De elkaar bestrijdende begeerten kruisen elkaar en zorgen voor onderlinge spanning. We zouden het ook jaloezie kunnen noemen of het niet kunnen hebben dat een ander iets heeft wat jij niet hebt.

De engelse taal kent in dit verband twee woorden. ‘Envy’ betekent dat je naar iets verlangt dat jij niet hebt en een ander wel, terwijl ‘jealousy’ een gevoel is waarbij iets wat je hebt dreigt afgepakt te worden door een ander. (In het nederlands kennen we ook de woorden ‘afgunst’ en ‘nijd’)

Waarschijnlijk spelen deze gedachten en gevoelens ook in jouw kerk een rol. Bijvoorbeeld, omdat je voor je gevoel te weinig aandacht krijgt in vergelijking met de ander. Of, omdat het erop lijkt dat het bij de ander allemaal vanzelf en vlot gaat, terwijl jij voortdurend aan het worstelen bent. Of, omdat een groep bezig is met vernieuwing en de rust die er is aan het verstoren is, waardoor jouw gevoel van veiligheid bedreigd wordt.

Laten we geen zoekers van ijdele eer worden, die elkaar uitdagen, op elkaar afgunstig zijn!  (Galaten 5:26, Naardense Bijbelvertaling)