zondag 16 januari 2011

Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt?


Zojuist heb ik het boekje Mijn biecht van Tolstoj beƫindigd. Het is een beschrijving van zijn zoektocht naar het geloof. Na als kind het geloof van zijn omgeving te hebben aanvaard, doet hij het als student als niet ter zake van de hand. Hij leeft dan zij leven als iemand van de welgestelde klasse, trouwt en schrijft zijn beroemde romans Oorlog & Vrede en Anna Karenina.
Rond zijn vijftigste komt hij in een diepe emotionele crisis terecht, waarbij hij twijfelt aan de zin van het leven. Op basis van rationele afwegingen en gesprekken met mensen uit wetenschap en filosofie komt hij tot de conclusie dat er uit die hoek geen antwoord te verwachten is. Rationele kennis schiet tekort met betrekking tot de vragen van het leven. Hij constateert dat hij niet de moed heeft om zich van het leven te benemen en dat er in hem een soort levenskracht is, die met het verstand niet te verklaren is. Hij komt dat tot de conclusie, dat er naast een rationeel weten ook een irrationeel weten is. Op basis daarvan keert hij terug tot het geloof van zijn jeugd. Hij geeft zich over aan de kerk en kiest ervoor om zaken die hij niet begrijpt toch te accepteren. Geloven is dus niet een kwestie van het verstand, maar van het hart. In navolging van Pascal schrijft hij: ‘Het is het hart dat God waarneemt en niet de rede.’

Wat doet deze bespiegeling op de weblog van Vredestichters? Wat kunnen we daarmee? Ik denk dat als partijen met elkaar in conflict zijn, we ons kunnen onderwerpen aan een hoger Gezag. We kunnen elkaar soms niet bereiken met het verstand, we begrijpen elkaar niet. Misschien kunnen we elkaar vinden met het hart, een weten dat wij allen schepselen van God zijn en ons kunnen verheugen in het besef, dat Hij aan ons denkt.